Van schrijver in Gent naar Schrijfkantoor Jireël Verhage

Jarenlang blogde ik over het leven als Hollander in Gent. En het schrijfproces van mijn roman. Nu help ik als copywriter organisaties met knallende copy.

Een valse gitaar maakt me verdrietig. De toon van een organisatie die niet lekker overkomt ook. Door mijn inlevingsvermogen raak ik snel de juiste snaar en vind ik het juiste ritme. Zo maak ik knallende copy. Altijd goed (af)gestemd.

Ontdek wat ik voor je kan doen.

Zin in om verder te lezen over mijn avonturen als schrijver in Gent? Scrol dan verder. Ik blogde 3 jaar lang wekelijks over het leven in Gent.

Saluutjes.

Van Goes tot Groningen in vijftig bibliotheken

2019. Het jaar dat die Verhage in je kast komt te staan. Zo sloot ik vorig jaar mijn laatste blog van 2018 af. Afgelopen mei was de boekpresentatie. Nu ligt mijn roman in boekenkasten, op nachtkastjes of tegen de Donald Duck in een tijdschriftenmandje naast de toiletpot. De uitgever had onlangs geweldig nieuws: mijn boek staat ook in de bibliotheek in de kast.

Was het gras maar groen in de bieb. Van geboorteplaats Goes tot Groningen in vijftig bibliotheken. Ook in de Centrale Bibliotheek in Utrecht. Begin deze week stapte ik op de fiets en twijfelde zowaar even tussen mijn dunne regenjackie of winterjas. Een witte kerst is inmiddels al net zo onrealistisch als het winnen van de Oudejaarstrekking. Ik trok de capuchon over mijn hoofd en liep even later met een stuiterend hart de bieb binnen.

Vriendelijk knikte ik naar de dames achter de balie. Zouden ze aan mijn tred kunnen zien dat ik een schrijver ben? Ik glimlachte om mijn eigen gedachte. Halverwege de trap besefte ik dat ik eigenlijk geen idee had waar ik naartoe moest. Ik draaide me om en sprak een van de dames aan. Razendsnel dansten haar vingers over het toetsenbord. ‘2e verdieping, paars, afdeling nieuw.’ Terwijl ik deze codetaal voor bibliotheekkenners hardop bleef mompelen, liep ik opnieuw de trap op.

Bij de eerste tafel op de tweede verdieping bleef ik staan. Nieuw binnen, stond er. Niet op een paars, maar op een oranje bordje. Ik was verward. Als het niet om mijn eigen boek ging had ik waarschijnlijk nu al opgegeven. Maar ik liep verder en er verscheen al snel een paars bordje. Met een brede glimlach pakte ik mijn roman onder een ander boek vandaan. VERH op de achterkant, harde kaft. Gek om iets voor het eerst vast te houden terwijl niks van de inhoud een verrassing is. Ik hield het vast, maakte wat foto’s en wist niet meer goed wat te doen. Ik schoof een ander boek van het presentatiericheltje op tafel en plantte die van mij er neer.

Ik liep naar buiten en dacht aan een passage uit mijn roman. Hoofdpersoon Tom gaat op een regenachtige dag naar boekhandel Broese, buurman van de Centrale Bibliotheek. Hij koopt daar een boek dat hem uiteindelijk naar Kameroen leidt. Ik ben benieuwd wat de invloed is van mijn boek op iemand die met de gedachte speelt in het nieuw jaar vrijwilligerswerk te gaan doen.

Alle goeds voor twintigtwintig. En dank voor alle steun de afgelopen jaren. Jullie meenemen in mijn schrijfproces en het leven als Nederlander in Gent was me een genoegen.

Cheers!

Een avond als deze was een van de hoofdredenen om het verhaal op papier te zetten

De afgelopen twee maanden heb ik meer gefietst dan in de drie jaar daarvoor. Het is heerlijk om terug te zijn in Utrecht. Om weer naar vrienden, de stad, de kroeg en de voetbalclub te fietsen geeft me het ultieme gevoel van thuis zijn. Zelfs de file in de fietsenstalling van het centraal station in de vroege ochtend op weg naar werk neem ik voor lief.

Op een regenachtige woensdagavond in oktober stapte ik ook op de fiets. Met een handvol boeken in de tas. Ik was uitgenodigd om over mijn roman Was het gras maar groen te vertellen op een ledenavond van Volunteer Correct. Deze vereniging zet zich in voor verantwoord en duurzaam internationaal vrijwilligerswerk. Samen met vijftien Nederlandse organisaties die vrijwilligers uitzenden over de hele wereld werken ze aan de ontwikkeling van deze sector. Zo helpt vrijwilligerswerk iedereen, is hun visie.

Dat laatste is precies waar de discussie na mijn boekbespreking over ging. Want: is dat (nog) wel zo? Is vrijwilligerswerk ook nuttig als je wel goed voorbereid of met de benodigde kennis op zak op stap gaat? Oftewel: helpt vrijwilligerswerk echt? In mijn roman wil ik lezers laten nadenken over deze vragen. Niet alleen door de ogen van hoofdpersoon Tom, de vrijwilliger zelf. Ook door die van Tevin, een jongen van de voetbalschool. Met name dat laatste vonden de elf leden die bij de vergadering aan tafel zaten een interessante insteek.

Een avond als deze was een van de hoofdredenen om het verhaal op papier te zetten. Om het gesprek te openen. Het was best onwennig. Niet alleen om daar als schrijver aan tafel te zitten, maar ook om de juiste toon aan te slaan tegenover een groep mensen waarvan hun baan hoofdzakelijk bestaat uit het uitzenden van vrijwilligers. Tijdens mijn verhaal probeerde ik de reacties op hun gezichten af te lezen. Soms werd er gefronst, dan weer instemmend geknikt. Ik ben benieuwd wat ze van mijn boek vinden.

Twijfel je zelf over het doen van vrijwilligerswerk? Of wil je je ervaring delen? Komende vrijdagavond vertel ik in Goes over mijn boek op een avond met dit thema als insteek. Christoffer komt ook mee, en speelt het nummer dat hij schreef bij mijn boek. Adres: Vogelzangseweg 39, in Goes. Het begint om 20.00 uur. Wees welkom! 

Onze goede buur

Twee jaar lang prijkte de schrijver uit Gent bovenaan mijn blog. Die titel kan weg. Ik vertrok naar België met een droom en kom terug met een boek. Komend weekend verhuizen mijn vriendin en ik terug naar Utrecht. Gewoon weer een bakkie of een biertje in ons stadsie, en op de fiets naar huis. Een heerlijk vooruitzicht. Voor de laatste keer drink ik een paar pinten in de volkskroeg van buurman Jacky.

‘Ik heb je boek nog niet gelezen, bewaar ‘m voor de camping,’ zegt Jacky, als hij een glas Jupiler en een schaaltje gefrituurde erwtjes neerzet. Precies drie jaar geleden schudden we voor het eerst de hand en zette ik mijn lippen ook aan een perfect getapt glas bier. Toentertijd zat de verhuisdag erop, en waren we blij verrast met zijn hartelijkheid. Na het derde biertje vertelde ik dat ik een boek ging schrijven. Met luide stem stelde hij me voor aan man aan de bar, (ook) een schrijver.

Die schrijver heb ik nooit meer gezien, de hartelijkheid van Jacky bleef. Vlak voor mijn hardlooprondes zocht ik vaak nog even de schaduw op onder de luifel van zijn terras, en strekte dan mijn benen. Zelden vertrok ik zonder een praatje, waarin hij altijd achteroversloeg over de te lopen afstand. Ook al ging het om vijf kilometer. Vijfhonderd keer van de bar naar het terras en terug, is natuurlijk ook heel erg ver.   

Als ik bij terugkomst uitpufte klopte hij vaak even op mijn schouder en haalde hij zijn – inmiddels moeilijk voor te stellen – volleybalverleden aan. Ook vroeg hij hoe het schrijven ging. Door de jaren heen vertelde ik over de eerste versies. Het herschrijven. Het vinden van een uitgeverij. En de publicatie. We ontdekten: hij op zijn 29e een kroeg. Ik een boek. Vonden we een mooi feitje. 

Gelukkig kost een pint van prima formaat in zijn kroeg slechts tweeëneenhalve euro. Werken is voornamelijk bijzaak geweest. In het eerste jaar zat ik twee dagen per week op mijn knieën en met mijn hoofd in een Vlaamse Wc-pot kakresten weg te boenen. Ik weet eigenlijk niet of ik dat ooit aan Jacky heb verteld. Ik denk het niet. In mijn baan daarna maakte ik routes voor een twaalftal chauffeurs, zonder ook maar enige kennis van het Belgische routenet. Die gaten in de weg, die kennen we allemaal wel. Maar of je bij Erpe-Mere of het beste bij Wippelgem rechtsaf kan naar de Kempen – ik heb echt geen idee. Pas in mijn laatste baan leerde ik het weggenet wat beter kennen, daar ik meestal anderhalf uur per dag in de wagen zat.

Nu zit de tijd van hobbelige wegen en goedkoop bier erop. Hoewel ik morgen in alle vroegte de houten vloer moet boenen en in de was ga zetten, drink ik er toch nog eentje. Ik ga dit missen. Deze goede buur maakte de afstand tot onze verre vrienden op sommige dagen een stuk draaglijker.

Santé.

Wanneer is je boek een succes?

Tien dagen voor mijn boekpresentatie liet Lucas Moura de tijd even stilstaan: geen Champions League-finale voor Ajax. Ik trok mijn Ajax-shirt omhoog, strak over mijn hoofd. Mijn bril drukte mijn oogkassen fijn. Als de glazen waren gebroken, hadden ze op dat moment best in mijn ogen mogen steken. Kijken naar de teleurstelling op het veld, kon ik niet aan.

Ajax had in de tweede helft alles in eigen hand. De finale was binnen handbereik. Het was al meer dan een verwachting. Het gebeurde niet. Toch kijkt iedereen (terecht) terug op een geslaagd Europees seizoen.

Het zet me aan het denken over de definitie van succes. Met sprankelend voetbal vertelde de ploeg een verhaal dat aansprak. Voetballiefhebber of niet: de namen van de Ajacieden drongen huiskamers binnen waar Studio Sport op zondagavond geen zekerheidje is, ondanks dat de Champions League niet werd gewonnen.

Het is vergelijkbaar met mijn roman. Als de definitie van succes het uitverkopen van de eerste druk is, heb ik nog een lange weg te gaan. Al gaat het met één verkocht boek per twee dagen – na het verkopen van tweehonderd stuks tijdens de crowdfunding en boekpresentatie – helemaal niet slecht. Dat mijn verhaal huiskamers is binnengedrongen waar wordt nagedacht over de gevolgen van het doen van vrijwilligerswerk en waar lezers worden meegenomen in het verhaal, vind ik minstens zo belangrijk.

Vanavond begint voor Ajax de nieuwe weg naar Europees succes in de voorronde tegen PAOK. Ik hoop op aantrekkelijk voetbal. Dan komt die finaleplaats ooit vanzelf wel een keer. Net als het uitverkopen van de eerste druk.