Een slipje. Knalrood. Zo eentje van kant, waar je doorheen kunt kijken. Om het nog spannender te maken. Of zoiets. Ik hield het aan beide uiteinden omhoog en keek ernaar.

Mijn eerste werkdag was begonnen. De mevrouw van het slipje had mij even daarvoor ontvangen in haar huis. Of beter gezegd, binnengelaten. Met een vluchtige handdruk. Ze bleek binnenhuisarchitect, dus dat verklaart de voordeur zonder deurklink, en de hal waar alleen een spierwitte tafel staat. Zonder stoel. Na een rondleiding begon ik bij de in verhouding tot de rest van de woning belachelijk kleine was- en strijkkamer. Er stonden drie volle wasmanden op mij te wachten. En toen trof het mij. Het felle rood prikte zowat in mijn ogen. Langzaam maakten mijn handen contact met misschien wel het meest intieme item van een vrouw. Een vrouw die ik nog maar kort daarvoor de hand had geschud. Mijn gedachten brachten me op plekken waar ik helemaal niet wilde zijn. Ik heb andere introducties bij nieuwe werkgevers gekend. Ik vouwde het maar op, voor zover je slipjes kunt opvouwen.

Het is precies het tegenovergestelde van je had erbij moeten zijn. Erover vertellen is leuker dan het moment zelf. Op dat moment voelde ik me klein. Heel klein. Het zal ook wel wennen zijn, dacht ik. Een dikkere huid krijgen, wordt er dan gezegd. Maar enkele strijkuren later werd er gewoon weer ongenadig hard doorheen geprikt. In een gang zo groot als een spelerstunnel maakte ik op mijn knieën de wielen van een buggy schoon, toen er twee werkmannen passeerden die een nieuw toilet kwamen installeren. Het moment om op te staan en net te doen of ik daar ook woonde was voorbij. Dus bleef ik maar zitten en pulkte het laatste stukje grond uit het profiel van een zijwieltje. Ik had het niveau van een dwerg bereikt. Ze hadden mij wel meteen kunnen doorspoelen.

Het hoort er blijkbaar allemaal bij als schoonmaker. Of, zoals mijn officiële titel luidt: exclusieve huishoudhulp. Gelukkig zeg. Staat dat in ieder geval net iets lekkerder op mijn cv. Dat exclusieve zit hem trouwens in de joekels van huizen die ik kuis. Het zijn van die huizen waarbij je elkaar aanstoot wanneer je ze met de auto passeert. Om pas enkele honderden meters verder de volgende te aanschouwen. Met oprijlanen zo lang als de Maliebaan.

Dat soort huizen hebben blijkbaar bijzondere vloeren. Met welk middel dweil je keramische blauwstenen tegels? En duurzaam geolied hout? Niks rustig inwerken op de eerste dag. Nee, dit waren meteen al pittige dilemma’s. Gelukkig viel kort daarna onderstaande uitnodiging voor een cursusdag op de mat.

Eerst aarzelde ik. Hier ga ik dus echt niet naartoe. Maar ik ging toch.

Tot volgende week.