De cursusleidster hield een kuismiddel omhoog. Dit is dus echt het beste wat je kunt gebruiken. Super ecologisch, heel duurzaam. Echt een aanrader. Ik heb hem al drie jaar, en moet je eens kijken. Nog maar voor de helft leeg! De fles ging rond, we mochten er allemaal even aan ruiken. Ja, echt lekker zeg. Hele natuurlijke geur. Ik schrok toen ik het zei, en gaf de fles snel door. Mijn buurvrouw knikte instemmend. Op haar verzoek had ik even daarvoor de dop van haar gesealde flesje gedraaid. Maar toch begon alle mannelijkheid langzaam weg te vloeien.

Dit gaat me niet gebeuren, dacht ik. Ik probeerde ertegen te vechten. Tijdens het gekakel maakte ik een strijdplan. Met humor als sterkste wapen. Zodra een moment zich voordeed zou ik toeslaan. Een doffe klap haalde me uit mijn gedachten. De cursusleidster zette een bak met schoonmaakmiddelen op tafel. Voor het eerst deze morgen was het helemaal stil. We schoven wat naar voren, en maakten voorzichtig kennis met de bak des doods. Heel interessant om te zien hoeveel slechte schoonmaakproducten er zijn. Maar dames, en heer, welke is nou echt de slechtste? onderbrak de vrouw de stilte. We hingen nu met zijn allen boven de bak. Graaiend naar een antwoord. Even twijfelde ik, maar ik pakte mijn moment. Voordat iemand antwoord had gegeven op haar vraag, hield ik de ecologische fles in de lucht. Deze?

Er werd niet gelachen. Doodse stilte.

Nee, daar heb ik het net over gehad. Kijk nog maar even verder Jireël.

Oké.

Ik was nu voorgoed terecht gekomen in de draaikolk. Een draaikolk met acht vrouwen. Ik had geprobeerd tegen de richting in te zwemmen. Maar tevergeefs. Dus bleef ik aan flessen schoonmaakmiddelen ruiken. En voelen aan verschillende stoffen die rondgingen. Alleen katoen kon ik definiëren. Ik opperde nog een keer kasjmier. Maar satijn is toch echt wat anders.

Huh, ben jij poetsman? vroeg een van mijn cursusgenoten tijdens de kennismaking. Het leven dicht je verschillende identiteiten toe. Deze had ik niet verwacht te gaan dragen. Maar op maandag en dinsdag is dat wat ik voornamelijk ben. Noodzakelijk voor de jacht. Dat ook dit een worsteling zou zijn? Daar had ik geen rekening mee gehouden.

Ik keek op de klok. Twaalf uur. Bijna op de helft. Ik snakte naar het einde. Nee, hunkerde. Al mijn mannelijkheid dacht ik al verloren te zijn. Hoe naïef.

Tot volgende week.