Wat bierbrouwen en schrijven met elkaar te maken hebben

Ik woog precies 800 gram mout af en stopte het in een apparaat dat het schrootte. Voorzichtig tilde ik de bak met het fijngemalen spul op en kieperde het in de pan met water zodat het bij een graad of 65 kon maischen (prachtig nieuw geleerd woord; het is het proces van de versuikering van het zetmeel). Na een dik uur filterden we de vloeistof via een kraantje uit de pan.

Afgelopen zaterdag heb ik het bier gebrouwen dat ik als tegenprestatie heb aangeboden voor mijn crowdfunding. Te gek om te doen. Ik deed dit in de schuur bij vriend en thuisbrouwer Jakob-Jan. Het was vier graden, dus waarom de ramen precies open moesten staan, weet ik even niet meer. Volgens mij had het iets te maken met de kans op infecties. Alles wat we gingen gebruiken, maakten we goed schoon. Zelfs het schepje waarmee ik de hop in de pan schepte, nadat ons brouwsel weer kookte. Eerst 60 gram, drie kwartier later 30 gram, vijf minuten later bijna een kilo suiker en vijf minuten voor tijd nog een ander soort hop. De pan bleef lekker doorkoken. De afgelopen twee jaren trokken door mijn gedachten, de pan werd voor even mijn manuscript. Ik bleef dingen toevoegen en aanpassen, op zoek naar de perfecte balans.

Hierna diende het zo snel mogelijk gekoeld te worden. Ook daar heeft Jakob-Jan een zelfgemaakt systeem voor, met koud water dat door metalen plaatjes stroomde, en het bier in wording dat er langs stroomde. Het water werd warm, het bier koud. Zoals je kunt lezen, snap ik er nog steeds geen reet van hoe dit precies werkt. Hoe dan ook – ik heb ook even een afkoelingsperiode gehad van een paar maanden begin dit jaar. Op dat moment baalde ik ervan dat het niet lukte om te schrijven en te bloggen, achteraf gezien is het goed geweest om het plezier terug te krijgen.

Het gaf me lucht, net zoals we het bier door middel van een of ander buisje zuurstof gaven. Als laatste stap deden we de gist erbij. Dit vermengde zich met de rest en staat nu voor een paar weken op de juiste temperatuur in een kast bij Jakob-Jan in de schuur. In die fase bevind ik me nu ook, de gist vermengt zich in de vorm van de feedback van de redacteur in mijn manuscript. Het bier ontwikkelt zich langzaam tot het eindproduct, zoals ik elk vrij uurtje probeer te benutten om aan mijn manuscript te werken.

Over vier weken gaan we het in flesjes doen, en is de redactie van mijn manuscript ook een heel eind afgerond. Ik ben er overigens nog niet helemaal over uit hoe ik het bier wil gaan noemen. Dus mocht je nog een leuk idee hebben – kom maar op!

Tot ergens in het nieuwe jaar. Geniet van de feestdagen en alvast de beste wensen voor het jaar waarin die Verhage in de kast komt te staan!

Ik heb de eerste hoofdstukken terugontvangen

Ondanks de oude staat kon het raam in de woonkamer volledig open. Het commentaar van de redacteur bij deze zin was als volgt: want oude ramen gaan normaal gesproken niet meer open? Ik grinnikte en herschreef de zin. Het was de eerste opmerking in het manuscript. De redacteur had verteld dat hij de meest kritische lezer wil zijn. Ik begreep meteen wat hij bedoelde.

Afgelopen vrijdag heb ik de eerste vier hoofdstukken terugontvangen. In de begeleidende mail schreef de redacteur dat hij veel opmerkingen in de vragende vorm stelt, omdat hij me geen veranderingen wil opleggen. Zodoende nodigt hij me uit om op een bepaalde manier naar mijn tekst te gaan kijken. Dat is soms erg muggenzifterig schreef hij – en dat kan ik niet ontkennen – maar het helpt. Sommige dingen kunnen ook in twee zinnen verteld worden, in plaats van in vijf, schreef hij. En daar heeft hij meestal gelijk in.

De stukken tekst zonder opmerkingen – soms bijna een pagina lang – kan ik (eindelijk) laten zoals ze zijn. Dat ben ik niet gewend, als ik het afgelopen jaar met mijn manuscript bezig was, kon ik aanpassen wat ik wilde. Nu kan dat niet meer, ik lees het door en ga weer aan de slag wanneer de volgende opmerking van de redacteur verschijnt. Dat vergt een compleet andere manier van werken. Ik moet mezelf echt toespreken om die stukken tekst te lezen als een gedrukte roman. Als ik daar veranderingen in aanbreng, zou de redacteur daar weer opnieuw naar moeten kijken, en dat is niet de bedoeling. Geen feedback, is goede feedback.

Daarnaast had ik in het begin de neiging om de opmerkingen snel te verwerken, omdat ik nieuwsgierig was naar welke er nog allemaal zouden komen. Dit maakte me onrustig. Ik besloot eerst alles door te nemen, zag dat het best meeviel, en begon opnieuw. Dat hielp.

Ik heb nu de juiste werkwijze te pakken. Toen mijn vriendin en ik afgelopen vrijdagmorgen een kerstboom gingen kopen, durfde ik mijn telefoon niet mee te nemen. Ineens zag ik tegen de mail van de redacteur op. Nu zie ik ernaar uit om de overige hoofdstukken te ontvangen. Ik ben benieuwd.

Tot de volgende.