Ik kon er niet langer voor weglopen. Ik schonk een IPA in, trok mijn schoenen en sokken uit, baalde dat ik geen korte broek had meegenomen en pakte de eerste pagina erbij. Ik knikte naar mijn vriendin en begon te lezen.

Met een trillende knie had ik in de bijrijdersstoel gezeten. De bammetjes waren in de tas gebleven, evenals mijn flesje water, anders moest ik nog vaker plassen. De omgeving werd steeds heuvelachtiger. Ik had het wel gezien, maar nauwelijks geregistreerd.

We kwamen aan in Frasnes-lez-anvaing. De plek was even romantisch als de plaatsnaam, die ik overigens nog steeds niet kan uitspreken. We hadden een kleine studio, in een soort woonwagen, met een prachtige tuin aan de rand van een bos. Daar stonden twee mooie strandstoelen, van hout in plaats van plastic. De brandschone barbecue schreeuwde om gebruikt te worden, want voor het eerst in weken scheen de zon langer dan een uur, vertelde de eigenaresse in een mengeling van Frans, Vlaams en Engels. We besloten meteen vlees te gaan halen. Het voelde als een bevrijding.

In een van die strandstoelen zat ik nu. Hoe spannend ik het ook vond, ik kon de confrontatie niet meer uit de weg. Als ik het zelf al nauwelijks durf door te lezen, hoe gaat mijn week er dan uitzien nadat mijn boek op de plank ligt? Ik pakte een pen en vulde al snel de kantlijn met opmerkingen als: te geforceerd, te onverwacht, niet logisch en onderstreepte woorden die binnen twee zinnen meerdere keren voorkwamen -een van mijn valkuilen. Ik keek op van de pagina en staarde het bos in.

Mijn pen gooide ik de tuin in, op een manier alsof die er iets aan kon doen dat ik niet tevreden was over het begin. Ik stond op en las op de trap van de woonwagen verder. Dit ging beter. Ik probeerde te lezen zonder de kritische bril, en te ervaren of ik de drang had om door te lezen. Dit was niet het moment om alinea’s aan te willen passen, ik wilde vat krijgen op het geheel.

Ik was op de helft, toen het eerste stokje met lamsvlees op de barbecue ging. Althans, dat dachten we gekocht te hebben toen de jongedame achter de toonbank in de slagerij met een overtuigende meh meh onze vraag beantwoordde. De barbecue aankrijgen zonder aanmaakblokjes bleek nog lastiger dan verwacht, dus vroeg mijn vriendin of we nog ergens papier hadden. Grapjas.

Ik had zodanig veel vertrouwen gekregen dat ik tussen het vlees door een hoofdstuk voorlas. Ik durfde het vooral omdat ik eigenlijk al wist dat ik redelijk tevreden zou zijn over het stuk dat zou komen. Toen ik de volgende dag thuis op de bank verder las, was dat soms wel anders. Maar het verhaal bevat alles wat ik wil vertellen. Vanaf morgen begin ik weer met herschrijven. Hopelijk voor de laatste versie.

Tot volgende week.